Door Marjolein Ligtenberg-Essers, ma, 07 mei 2018, in categorie Blog
Mijn oog viel op een foto van Pasen jongstleden waar ik met Ruben in mijn armen sta en ik de grootste kus ooit krijg. Een pose waar we wel vaker in staan, niet altijd met kus, maar wel ik die mijn 114 cm lange en 20 kilogram zware zoon draag. In mijn hoofd is Ruben Ruben. We kennen hem door en door, zijn gedrag past bij wie hij is, lief, vrolijk, ondeugend, en met een ontwikkeling die niet per se past bij zijn lengte en gewicht.
Normaal denk ik daar niet echt over na, maar de laatste tijd zie je hem de lucht in schieten. Hij wordt een heuse kerel. Op de foto vallen me zijn lange benen pas echt op en niet altijd helpt zijn lange gestel hem bij zijn achterblijvende ontwikkeling.
Voor Ruben zelf vaak geen probleem. Met zijn flexibele ledematen vouwt hij zich met het grootste gemak op het zitvlakje van de glijbaan en valt hij tijdens het lopen nou eenmaal wat langer omlaag, zonder groot drama. Voor mij is het echter af en toe wat moeilijker. Ik heb inmiddels spierballen als kogels, mijn opa zou trots zijn, maar ik merk aan mijn eigen gestel dat ik soms de “draagtijd” toch moet gaan inperken.
Nou kunnen we daar zelf echt wel wat aan doen hoor, hoe gezellig hij het ook vindt, tien keer samen dansen op een dag kan best wat minder lang, hij zou echt wel vaker zelf in de auto kunnen proberen te klimmen, of niet snel even ergens naar toe tillen als hij geen zin heeft om mee te komen. Maar soms (schaam, schaam) heb ik daar echt even geen geduld voor en is het soms gewoon gemakkelijker om hem dan maar te dragen. Daarnaast zijn er genoeg situaties waarin het gewoon niet anders kan, in en uit bad tillen, in en uit bed, op de commode, en er ook weer af. Onze steile trap af tillen, want hij durft er echt niet af. En dan zijn dit nog de situaties waarin hij gewillig mee werkt.
Iedereen kent de momenten waarop een peuter of kleuter echt even andere plannen had dan jij… een woedeaanval is aanstaande en jij mag het mooi oplossen. Zoals afgelopen week bij de kno arts. De afspraak liep drie kwartier (!) uit. Niet ideaal, Ruben zat in de buggy en normaal kan ik hem goed vermaakt houden met onzin en goede grappen, maar dit duurde toch wel erg lang…
Hij had al het speelgoed in de wachtkamer natuurlijk lang en breed kunnen observeren en wilde er onderhand echt wel uit. Vooruit dan, heerlijk speelde hij, alle hoeken van de kamer werden verkend, en toen waren we aan de beurt… en moest hij weer in die buggy… Ideaal… Terwijl ik zelf zo rustig mogelijk probeer te blijven en langzaam tot tien tel tegen Ruben in de hoop hem wat te kalmeren, probeer ik uit alle macht mijn (enorm sterke) zoon terug in de buggy te krijgen.
Natuurlijk weer gelukt, met als publiek een volle wachtkamer en als resultaat een rood hoofd en ohja het consult waar we nog voor kwamen natuurlijk… Op dat soort momenten had hij best wat kleiner en draagbaarder mogen zijn. Gelukkig zijn de dansjes, knuffels en hoeveelheid kusjes van mijn grote, kleine zoon dan weer van die aard waar veel moeders met jongens van vijf jaloers op zouden zijn.